Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Het [49]zaad zal Hem dienen; het zal den HEERE [50]aangeschreven worden [51]tot in geslachten. 49. Dat is, de kinderen en nakomelingen der gelovigen, of een zaad, Christus' zaad; zulks dat er altijd zijn zullen, die den Heere Christus zullen aannemen en dienen, die ook kinderen genoemd worden, die God aan Christus geeft, Hebr.2:13, uit Jes.8:18. en zijn zaad, Jes.53:10. 50. Of toegerekend worden; dat is, opgeschreven en gerekend onder Christus' volk en kerk. Verg. hfdst.87 vs.4,5,6. 51. Anders, tot een geslacht; dat is, tot, of voor een volk des Heeren. Verg. hfdst.14 vs.5. God is bij het geslacht der rechtvaardigen, of het rechtvaardig geslacht; dat is, volk. Zie ook onder hfdst.24 vs.6; Ps.73:15. Verg. Matth.12:39. Hand.2:40.